De loopsport is al geruime tijd op zoek naar the best next thing. Op het Hardloopcongres was er nieuw kijkje in de keuken.
Op het goed bezochte Hardloopcongres van RunningFacts, afgelopen vrijdag in Hoevelaken, was er vooral aandacht voor belangrijke basiskwesties in relatie tot de loopsport. En met name: blessurepreventie, voldoende rust en een alarmerend gebrek aan bewegen in de samenleving (ook bij kinderen). Daarover deden wij hier al verslag.
Daarnaast waren er voor fijnproevers ook voldoende andere onderwerpen te beluisteren, ook voor geïnteresseerden in de moderne techniek. Wat wordt de opvolger van baanbrekende innovaties als de hartslagmeter en het gps?
Allerlei apps en sensors hebben we de afgelopen jaren zien langskomen, maar recent is er geen grote doorbraak van iets vernieuwends geweest. Hooguit kun je credits geven aan het populaire Strava-platform, maar dat is eigenlijk andere koek. Wat moeten we bijvoorbeeld denken van de al even in omloop zijnde vermogensmeters?
Vermogen
In een clinic van de wetenschappers en ervaringsdeskundigen Ron van Megen en Guido Vroemen werden de ins en outs getoond van enkele apparaatjes die de laatste jaren op de markt zijn gekomen (Stryd (afbeelding boven), Garmin, Polar). Het vermogen is een tamelijk nieuw fenomeen in de loopsport en een maat van de arbeid die je lichaam verricht.
Omdat de waarden van het vermogen sneller worden getoond op je horloge dan de werkelijke verandering van je hartslag (die loopt best wel achter), kan het vermogen een actueler beeld geven van de inspanningen die je levert. En zo dus een goede leidraad zijn voor je secuur geprogrammeerde trainingsschema.
Schatting
Feitelijk kun je het vermogen niet écht meten. Alle apparaten geven je een schatting gebaseerd op de metingen van sensors (accelerometers) of gps van andere variabelen. Vervolgens rekent een ingebakken algoritme alle cijfers om tot een waarde voor het geleverde vermogen. Elke firma kiest dus zelf bepaalde cijfers van een set van variabelen en laat er een eigen rekensom op los om de waarde van het vermogen te kunnen schatten.
Het is, wat dat ‘berekenen’ betreft, jammer dat de nieuwe Arion-zolen uit Eindhoven nog geen berekening van het vermogen gaan bieden. Zo kreeg Van Megen nog diezelfde ochtend te horen. De Arion-zolen meten de druk onder je voeten, en met de vele, daarbij gebruikte druksensoren zou het vermogen veel accurater kunnen worden berekend.
Toch zijn de berichten van de eerste gebruikers positief, met name uit de hoek van sportarts Guido Vroemen, die ook veel toppers traint. Anderen, zoals marathoncrack Miranda Boonstra in Losse Veter, stellen dat het vermogen onmogelijk correct kan worden gemeten en je er daarom niet veel aan hebt.
Er spelen, samenhangend met je biomechanica, te veel variabelen een rol die niet worden meegenomen in de berekeningen.
Looptechniek
Naast het vermogen is de looptechniek ook een hot issue. Als je een app hebt, die jou op dat punt kan helpen en coachen, maak je een hele groot stap voorwaarts. Waarbij het natuurlijk wel heel lastig, of beter gezegd onmogelijk is om de ideale looptechniek vast te stellen.
Beter kun je uitgaan van ieders eigen looppatroon: het preferred movement path, aldus bewegingswetenschapper Jasper Reenalda (Roessingh Research, TU Twente). Tijdens een boeiende en heldere clinic over het Sensorun-systeem vertelde Reenalda dat je met bewegingssensors (van producent Xsens) op het lijf van lopers een goed beeld kunt geven van wat er onderweg gebeurt.
Zijn veldonderzoek geeft in tegenstelling tot standaard onderzoek (doorgaans met frisse proefpersonen op een loopband) een veel beter beeld van de werkelijke effecten van vermoeidheid. De resultaten, opgenomen tijdens diverse edities van de Enschede Marathon en ook tijdens testen over 20 minuten, zijn hoopgevend.
Meer klappen
Nu al kon Reenalda vaststellen dat onderweg de enkel- en kniehoeken veranderen, dat lopers steeds meer asymmetrisch bewegen en dat ondanks aanpassingen van de looptechniek (kortere pas en lagere snelheid) de impact op het lichaam in de tweede helft van een marathon steeds groter wordt. De testlopers worden volgens Reenalda stijver, het lichaam levert zo minder schokabsorptie en de persoon in kwestie krijgt daardoor meer klappen te verduren.
Reenalda wil zijn systeem de komende jaren verfijnen en terugbrengen tot een betaalbare versie, Runner Assist, met vermoedelijk drie sensors. Een goede app levert je dan onderweg live feedback en vertelt wat je – ten opzichte van je gewenste looppatroon – niet goed doet en zou kunnen verbeteren.
Al met al kunnen we vaststellen dat de techniek tot alles in staat is, maar dat de werkelijke sprong voorwaarts voor de grote massa van lopers nog heel ver weg ligt.
Naast het Nederlandse Sensorun is er ook het Duitse SensoRun (sensor om activiteit scheenbeen te meten). Hierover binnenkort meer.
Lees ook het eerste deel van het Congresverslag: Belangrijkste boodschap op Hardloopcongres: doe het kalmer aan