Onderzoek gepubliceerd door het Mulier Instituut toont aan dat het ‘sporten zonder anderen’ toeneemt (maar nog niet domineert).
Het onderzoek begint met deze inleiding: “In 2000 bracht de Amerikaanse politicoloog Robert Putnam het boek Bowling alone uit. Daarin beschrijft hij hoe Amerikanen steeds meer onthecht zijn geraakt van familie, vrienden, buren en maatschappelijke organisaties zoals kerken en sportclubs. Dit betekent een erosie van het ‘sociale kapitaal’, een teloorgaan van sociale bindingen in (delen van) de samenleving, met negatieve gevolgen voor de leefbaarheid van wijken, de kwaliteit van leven en gezondheid.”
Van 38 naar 42 procent
Deze duidelijke trend, die in alle uithoeken van de maatschappij zichtbaar is, keert terug in de cijfers over al dan niet sporten met anderen. In 2011 bestond 38 procent van de sporttijd uit solo-activiteiten, en in 2016 was dat 42 procent. Je kunt dus ook concluderen dat er nog wel meer samen wordt gesport.
De toename van sporten zonder anderen loopt parallel met een maatschappij die steeds individualistischer wordt, aldus een bericht van het Mulier Instituut. Dit spoort met de wens van sporters naar meer flexibiliteit en het steeds grotere belang van gezondheid als motivatie om te sporten en te bewegen. Dit is ook terug te zien in de sterke groei van fitness en duursporten zoals wielrennen en hardlopen. Deze typen sport worden meer dan de helft van de tijd alleen beoefend. Het zijn typen sport die gezondheid en flexibiliteit combineren, waar geen anderen voor nodig zijn en als voordeel hebben dat de sporter zelf een geschikt sportmoment kan kiezen en het eigen tempo/niveau kan bepalen.
Onderzoeker Remko van den Dool concludeert tot slot: “Bij sport en recreatief bewegen verschuift het accent in de tijdbesteding naar bewegen, en staat de sport, met als bijzondere eigenschappen de competitie, de organisatie door vrijwilligers, de sport specifieke accommodatie en het sociale karakter onder druk.”
Lees hier het complete rapport (pdf).
Bron: Mulier Instituut